De energiebelasting kent een aantal vrijstellingen voor metallurgische en mineralogische procedés. Het gaat om:
- elektriciteit die wordt gebruikt voor chemische reductie of voor elektrolytische en metallurgische procedés;
- aardgas dat wordt gebruikt voor metallurgische procedés; en
- aardgas dat wordt gebruikt voor mineralogische procedés.
Deze vrijstellingen vervallen per 1 januari 2025. Het kabinet stelt voor om de vrijstelling op de productie van waterstof door middel van elektrolyse te behouden om dubbele energiebelasting op de productie van waterstof te voorkomen.
Afschaffen vrijstellingen duaal en non-energetisch gebruik van kolen
Bedrijven, die kolen invoeren, vervoeren of opslaan, moeten kolenbelasting betalen. De kolenbelasting kent circa veertig belastingplichtigen. De kolenbelasting kent een aantal vrijstellingen, waaronder een vrijstelling voor duaal gebruik van kolen en voor gebruik van kolen bij elektriciteitsopwekking. Het kabinet stelt voor om de vrijstellingen voor duaal gebruik van kolen en non-energetisch gebruik van kolen per 2028 af te schaffen.
Minimum CO2-prijs elektriciteitssector en de industrie
Het kabinet stelt voor om het prijspad van de minimumprijs voor CO2-uitstoot voor de elektriciteitssector en de industrie vanaf 2024 te verhogen. De minimumprijs voor CO2-uitstoot gaat van € 18 per ton CO2 naar € 51,70 per ton in 2024. Volgens het prijspad zou de minimumprijs in 2030 € 31,90 per ton bedragen. Dat wordt € 71,10 per ton CO2.
Het prijspad wordt met ingang van 2024 geïndexeerd.